Drie dagen doorlopen (60 km)
Na zeven niet al te plezierige uren in een minibusje (het hele gangpad was volgestouwd met tassen en we kregen spontaan claustrofobie in dit koekblik) kwamen we aan op onze volgende bestemming: Kalaw. Kalaw is een schattig bergdorpje: we zagen er een grot volgepropt met boeddha’s en een leuke pagoda.
Verder was Kalaw voor ons vooral het beginpunt van een driedaagse trekking (58 km) naar het Inle meer! We boekten de trekking bij Jungle King (een misleidende naam aangezien er geen jungle te vinden is in de omgeving) en meldden ons de volgende ochtend om onze groep te ontmoetten. We zouden drie dagen volledig op elkaar aangewezen zijn, dus hopelijk zaten er wat leuke mensen tussen.. Gelukkig bleek al snel dat we een gezellige en diverse groep vormden:
Onze gids was Mimi. Zoals bijna iedereen die op het platteland opgroeit, was ze na de basisschool op de familieboerderij gaan werken. In de zomer werkt ze nog steeds als boerin, in de winter als gids. Ze wist hierdoor echt alles over alle landbouwgebieden waar we doorheen trokken, liet ons tientallen planten en kruiden proeven, haalde met een grote lach een fles “happy water” (rijstwijn) tevoorschijn de tweede avond en vertelde van alles over het Birmese leven.
Onder Mimi’s leiding trokken we door prachtige heuvelachtige landschappen en kleine dorpjes. Voor ons een kans om het leven in de kleinere dorpen van dichtbij te zien. De rijkere families hadden huizen van baksteen, de rest van bamboe. Overal werden druk nieuwe bakstenen huizen gebouwd: de chili-oogst was duidelijk goed geweest.
De eerste nacht overnachtten we in een homestay in een klein dorpje, de tweede nacht in een klooster. Veel contact met de jonge monniken hebben we daar niet gehad, wij sliepen niet in het hoofdgebouw en aangezien monniken na de lunch niks meer mogen eten, zat ook een gezellig gemeenschappelijk diner er niet in.
We sliepen met onze groep op dunne matrassen op de grond, maar het lange wandelen zorgde er voor dat we als een blok in slaap vielen. De douche (emmer met water) vonden we te koud en skipten we daarom. Gelukkig konden we ons de volgende dag opfrissen in de rivier:
Een ander hoogtepunt van de wandeling was het eten! Vers fruit, noodles, salades, curry’s met groenten uit de omgeving en plaatselijke snacks: mmm. Dat we in onze homestay toch wel iets luxer te eten kregen dan de inwoners van het dorp ontdekten we tijdens een ochtendwandeling. Terwijl er voor ons fruitsalades en guacamole werden bereid, ontbeten de lokale mensen met rijst en gekookte rode chillies..
We waren een snelle groep. Misschien kwam dat ook omdat Mimi niet echt zin had om te wachten als er iemand (we noemen geen naam maar hij kwam uit Israël) een beetje achterliep. De derde dag kwamen we daarom al begin v.d. middag aan bij het meer. Er volgde nog een prachtig anderhalf uur durend boottochtje en toen was de trekking toch echt afgelopen. Moe maar voldaan namen we plaats op het dakterras van ons hostel waar we de rest van de dag niet meer afkwamen.
Wat ontzettend sportief van jullie meiden! Mooie landschappen. En leuk dat jullie nieuwe vrienden gemaakt hebben. De israelier is ook erg herkenbaar…..;)
Oooo bij delaatste foto zie ik dat ik bij de groepsfoto verkeerd beraden heb wat het Ierse stel betreft.. nu snap ik er nix meer van. Wie was dan de Italiaanse?
Hint: ze is niet zo klein en fijn als je bij een Italiaanse zou verwachten..