Overal zand

Overal zand

27 november 2018 3 Door zussenopreis

Na een hobbelige (de Indiase wegen zijn half asfalt, half gat), maar prima nacht (voor J, M heeft geen oog dicht gedaan) in de nachtbus  kwamen we om zes uur ’s ochtends aan in Panaji, de hoofdstad van Goa. We ontdekten dat er een heleboel hostels zijn in Panaji, na drie kwartier rondlopen hadden we al aangeklopt bij minstens 20 verschillende.. Helaas zaten ze allemaal vol. Uiteindelijk vonden we een heel groot hotel dat nog één kamer vrij had. Het IFFI (International Film Festival of India) bleek aan de gang te zijn, wat de drukte verklaarde.

Helaas hadden we voor alle films kaartjes nodig. Wel was er leuke kunst op straat te zien ter gelegenheid van het festival, zoals deze kip in tas.

Onze zoektocht naar een hostel zorgde er wél voor dat we met schitterend ochtendlicht de oude koloniale buurt zagen, vol met prachtige gekleurde huizen in Portugese stijl.

Ach kijk die kleuren nou!

Na een paar uur slaap deden we onze wandeling van diezelfde ochtend (ditmaal uitgerust) over en ontmoetten we op een heuvel een vriendelijke vrouw die ons uitnodigde om een kopje thee te komen drinken.

De welbespraakte vrouw zat vol met levenswijsheden die ze (heel) graag met ons wilde delen. Haar eigen leven was niet zo gemakkelijk geweest en bestond voornamelijk uit het zorgen voor haar vader, haar dove en blinde zus en haar man. Hier had ze zich in berust, ze geloofde er in dat je je eigen pad niet kon kiezen..

In Panaji was verder niet zoveel te beleven dus namen we de bus naar het strandplaatsje Palolem. Aangekomen werden we direct aangesproken door een man die ons achterop zijn scooter meenam en afzette bij zijn splinternieuwe hostel. Kijk, zo kan het dus ook!

Palolem bestaat uit een aaneenschakeling van winkels (die kleren, armbandjes en fruitsapjes aan toeristen verkopen) en hostels. Er wordt druk gebouwd aan nieuwe accommodatie. Het strand was prachtig maar lag helaas vol met flets-wit en roodverbrande westerse toeristen die halfnaakt lagen te bakken in de brandende zon. Een schril contrast met de Indiërs, die extra kleren aan leken te doen als ze het water in gingen voor een duik.

Zwemmen!

In India mogen ook de koeien lekker zonnebaden op het strand

Zwaar! Deze steen wordt vast een mooi stukje hostel

Beiden halen we weinig plezier en energie uit de héle dag op het strand liggen, dus besloten we andere manieren te zoeken om ons te vermaken. Zoals een gratis yoga-cursus. Instructrice Joy leerde ons de ‘butterfly pose’: “good for giving birth” en andere hele inspannende spieroefeningen: “this will release all tension”.  Het ging ons verbazingwekkend goed af , vooral vergeleken bij de Indiërs die ook meededen en zo flexibel waren als een baksteen.

Yoga bij zonsondergang

Om dure cocktails in de toeristententen te ontlopen kochten we onze eigen fles Indiase rum en maakten we zelf cocktails, door de rum in kokosnoten te gieten. Heerlijk! ’s Avonds bezochten we een silent disco op het strand, waar we met een leuke groep nieuwe vrienden de hele nacht hebben gedanst.

Rum! Het smaakte een beetje naar banaan.

De volgende ochtend hadden we pijnlijke voeten van het dansen en spierpijn van de yoga.  Na deze uitputtingsslag in Goa stapten we op de eerste de beste (stapvoets rijdende) trein naar een veel rustiger strand in Gokarna. Hier hebben we nog een paar dagen gezwommen, lassi’s gedronken en gewandeld, heerlijk!