Marie en Jolie niet in paris (3)
Terwijl we op het vliegveld op onze vlucht naar India wachten, werken we de achterstand weg. Slechts driekwart jaar te laat, maar wat was Dijon leuk!
Dijon
Zeg je Dijon, zeg je mosterd en wijn. Nooit het lekkerste voor het laatst bewaren (Je leeft maar een keer! Een ongeluk zit in een klein hoekje!) dus we begonnen uiteraard met de wijn.
De wijn
Vanuit Dijon gaat er een prachtige fietsroute door de wijnvelden van de Cote d’Or (naar de gouden kleuren van de planten in de herfst). Dat klonk ons als muziek in de oren en nog geen twee uur na aankomst in Dijon zjoefden we onder onder de Franse zomerzon langs de (groene, ook mooi) druivenplanten. J had iets beter opgelet tijdens de uitleg dan M. J wist de (vage en vergeelde) routebordjes dan ook snel te spotten, terwijl M vooral oog had voor de wijn in wording.
20 heuvelachtige kilometers later kwamen we oververhit aan bij een wijnhuis voor een privé-wijnproeverij (‘mogen we eerst een glaasje water?’). Fransen zijn als het wijn aangaat, enorm pedant en volgens de in steen gebeitelde regels mag er in de Bourgogne alleen Chardonnay en Pinot Noir worden gemaakt. (‘Je mag wel innoveren, maar dan word je wel verstoten uit de gemeenschap. Eigen keus.’). De keuze was dus niet reuze: we proefden vijf verschillende Pinot Noirs, van het goedkopere arrangement (dat al niet goedkoop was). Daarna volgde in extenso verhalen over de beste wijnjaren van de Pinot Noir (2019?), waarna de uitbater van het wijnkasteel ons ongegeneerd zijn wijnen uit de droge en onverkoopbare jaren inschonk.
Eerlijk is eerlijk, de wijn was lekker. Alleen een beetje weinig (vijf mini-proefglaasjes), dus na afloop haastten we ons naar een café om ons verder te verdiepen in de finesses van de Franse vins. We belandden op een parel van een terras, waar we onzelf tegoetdeden aan de tweede wijnsoort van de Bourgonge, de Chardonnay (verrassend lekker, we waren van tevoren geen grote Chardonnay fans) en het meest vegetarische gerecht van de niet-vegetarische menukaart kozen (met maar een paar ieniemini spekjes).
M na een wijntje: ‘dit is gods nectar’..
Tijdens enig filosofisch onderhoud werden we door de eigenzinnige eigenaar van het restaurant onderbroken toen hij tot onze grote verbazing ineens ‘slaap kindje slaap’ te zingen. In het Nederlands! Hij had duidelijk ook al een paar wijntjes op. De tijd vloog voorbij, en ook de fietstocht terug naar Dijon ging met een paar wijn en een quiche in de benen lekker vlot! Terug in Dijon was het tijd voor een tiramisu (typisch Frans) als toetje en droomden we over mosterd.
Een ongeluk zit in een klein hoekje, foreshadowden zij
🙁
Haha, heerlijk!
🙂