Marie en Joli niet in Paris (2)

Marie en Joli niet in Paris (2)

17 maart 2024 6 Door zussenopreis

Grenoble, de hoofdstad van de Franse Alpen

Nadat we in Grenoble vol verwachting de toegangscode van onze AirB&B intikten werden we verrast toen we daar een (helaas erg onaantrekkelijke) man met ontbloot bovenlijf en rood hoofd aantroffen. M begroette hem vrolijk ‘Hi, are you included?’, maar de man leek dit charmeoffensief niet op prijs te stellen en gepikeerd maande hij ons weg te gaan. Het bleek om de schoonmaker te gaan, die ons bezoek – dat we netjes hadden aangekondigd – (nog) niet op prijs stelde.

We lieten de man ongestoord verder werken en verkenden Grenoble. De Franse stad Grenoble (Gronings: Grenobbel) is gelegen aan de voet van de Alpen. We maakten een mooie wandeling naar ‘la Bastille’, een fort gesitueerd op een bergklif.

Mooi uitzicht

Toen M op een uitzichtpunt gefrustreerd tegen een steen aan het schoppen was, gingen bij J de alarmbellen af en concludeerde ze dat M honger had. Gelukkig was er een restaurant op de top, anders was het nog een lange tocht geworden (aldus J).

🙂 Gered door het restaurant!

Met een (hernieuwd) goed humeur, voldoende energie en een tameloos verlangen naar de frisse berglucht vervolgden we onze wandeling. We genoten: de omgeving was prachtig, de uitzichten indrukwekkend. Letterlijk en figuurlijk ‘een hoogtepunt’.

Totdat de wind de andere kant op ging waaien. Het begin van de route was nog helder aangegeven, maar naarmate we verder liepen werd deze minder duidelijk. J wist gelukkig (naar eigen zeggen) de route wel (ook in Cordoba ging dit niet goed: https://www.zussenopreis.nl/spanje/work-away-in-cordoba/ ). Het pad waar we op liepen werd echter steeds minder pad en steeds meer bos. J: ‘Dit is het pad’. M: ‘Ik zie geen pad’. J: ‘Het is een onverhard pad’. M: ‘……’

Zoekplaatje: zoek J.

Uiteindelijk erkende J dat het pad toch écht wel zoek was en concludeerden we dat we midden op een steile begroeide helling stonden. Dat was een treurig besef. De gedachte dat we eenvoudig een route terug zouden vinden, bleek bovendien een desillusie. Ons goede humeur bij deze avontuurlijke terugtocht ‘ook best leuk zo’n onbegaanbare route’, ‘ik hou van survivallen’, ‘je kan je wel vasthouden aan deze boom’ sloeg na verloop van tijd om: ‘godver, nog niets’ ‘al die k*t modder’ ‘ik glij alweer weg’.

Totdat we een tegenligger tegenkwamen! Een tegenligger! Een dappere trailrunner, die vroeg of het pad beter werd (‘nee, stukken slechter’) en ons verzekerde dat we er bijna waren. Onder de schrammen en modder, maar verder ongedeerd en vol adrenaline ‘was wel een avontuur’ ‘ja, best leuk eigenlijk’ ‘we leven nog!’ liepen we het laatste stuk terug – naar een kabelbaan die de duur van onze verdere terugtocht minimaliseerde naar drie minuten.

Na dit avontuur hadden we voor ons gevoel Grenoble wel uitgespeeld. Op naar Dijon!

Opgelucht in de kabelbaan